Samen met mijn zus heb ik afscheid genomen van een neef aan
moeders kant. Ik had gehoopt wat familieleden te kunnen spreken, maar we kwamen
wat laat aan. Wel op tijd vertrokken, maar door een op hol geslagen TomTom
konden we de weg niet meteen vinden. In de korte tijd, die ons restte, spraken
we met zijn broer. We hadden elkaar al jaren niet meer gezien. Verrassend is
het om te zien wat zo’n kort gesprek met je doet.
Die nacht maakte ik een wandeling over ‘Memory Lane’. Ik zag
mezelf weer als kind, logeren bij mijn oom en tante. Zij hadden een pension in
Simpelveld, dat vlak aan het spoor lag. Op dit moment ‘boemelt’ alleen nog het
stoomtreintje op het Miljoenenlijntje over dit gedeelte van het spoor, maar in
mijn kindertijd denderde daar lange treinen met of mensen of kolen voorbij,
over de koolzwarte rails.
Bij het pensionnetje van mijn oom en tante stond ook een seinhuisje, waar de seinen van het spoor nog met de hand bediend werden. Menig
keer werd ik door een vriendelijke mijnheer van het spoor gehaald, omdat het
toch echt veel te gevaarlijk was om daar te spelen. Dezelfde vriendelijke mijnheer heeft mij
destijds uitgenodigd om te komen kijken in het seinhuisje en ik heb er mijn
ogen uitgekeken naar al die hefbomen, schakelaars en toetsen. De waarschuwingen
van de man heb ik met regelmaat in de wind geblazen, want niks was leuker om
steentjes op de rails te leggen en als ik het had (dat kwam niet zo vaak voor),
dan legde ik een cent op de rails. Al wat je terug vond was een dun laagje
koper (ALS je je cent terug vond, want dat was nog maar de vraag). Met de
stenen was het anders gesteld. Als de treinen over de steentjes reden, dan
hoopte je op kleine vlammetjes onder de wielen van de trein. Prachtig! Dit spel
hield pas op, toen oom in de gaten kreeg wat wij deden en ons vertelde dat
treinen op deze manier konden ontsporen en dat wij op die manier een groot
ongeluk konden veroorzaken. En tja, dat wilden we toch maar liever niet. Of
stenen echt een trein konden laten ontsporen is voor mij nog steeds een vraag,
maar goed, als treinen in de herfst al last hebben van bladeren op de rails,
dan kan ik me er wel iets bij voorstellen.
Enfin, het pensionnetje bestaat al lang niet meer. Het
station van Simpelveld lijkt op een toeristische attractie.. De ooit pikzwarte
spoorlijn ziet groen van het gras en er is geen vriendelijke mijnheer meer die
mij van het spoor haalt en mij de hefbomen laat zien in een seinhuisje. Alle seinen worden nu op afstand, elektronisch bediend.
Afscheid nemen… op een of andere manier doet het altijd wel
wat met je.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten