zondag 6 juli 2014

Zussen voor het leven

Mijn kleine zusje Ingrid en ik (1982)
Zo ontroerd door de brief die zij mij in mijn handen duwde toen we afscheid namen. 'Thuis lezen', zei ze. En ik begrijp nu waarom. Mijn ogen stonden vol tranen, nadat ik de brief vanmorgen, alleen in een rustige huiskamer, las. Een brief, zo oprecht, zo liefdevol en zo.... zij! Ik weet dat elk woord oprecht is en diep uit haar hart komt. Wat mij het meest raakte was dat ze mij haar zus noemde. Haar grote zus.

Gevoelsmatig klopte dat voor honderd procent. Biologisch is ze dit niet, maar gevoelsmatig is zij vanaf den beginne mijn kleine zusje geweest. En kleine meisjes worden groot. We zijn nu elkaar gelijke. Soms ligt mijn hoofd op de schouder van mijn ooit-eens-kleine-zusje. Ik besef hoe bijzonder het is wat wij samen hebben. Zoals zij zelf schrijft: 'Wij zijn zussen voor het leven'.

De emoties die ik voelde lieten me weten dat de pillen die ik slik voor mijn depressie mij niet compleet afvlakken. Iets waar ik zo bang voor was. Integendeel mijn emoties voelen echter dan ooit van te voren. Ik besef ook dat emoties er mogen zijn en dat ik me niet hoef te schamen voor mijn gevoelens.

Elke dag gaat het beter. Ik doe meer, lach meer en ja, ik geloof dat ik weer weet wat genieten is. Ik ben eerlijker... niet alleen naar mezelf toe, maar ook naar de mensen om mij heen. Dit is wat ik wil zijn. Sterker nog, dit is wat ik ben. Het is slechts de chaos die ik (nog) niet heb overwonnen, wat mij dagelijks confronteert met mijn 'zwakke' kant.

Terwijl ik vandaag nadacht over het waarom haar brief mij zo raakte, besefte ik wat zussen-zijn voor mij betekent. Ik heb altijd een grote behoefte gehad aan een goede relatie met mijn broers en zussen. En hoewel ik uit een familie kom waarin ik goed bedeeld ben (twee broers, twee zussen) is er slechts een zus met wie ik de kans gekregen heb om een relatie mee op te bouwen. 


Mijn jongste zus Sylvia en ik (Kerst 2012)
Deze relatie is tot stand gekomen door elkaar af te tasten, veel met elkaar te praten, eerlijk durven zijn en vooral het kwetsbaar opstellen heeft gemaakt dat we zijn waar we nu zijn. Zij betekent zoveel voor me. We komen steeds meer tot de ontdekking hoeveel we op elkaar lijken en eigenlijk ook weer niet. Ik word  niet meer boos als ze me uitlacht en zij zwijgt als ik met overtuigingen om haar oren zwaai. 

We komen uit een 'nette' familie. Onze ouders hebben hun best gedaan om ons dusdanig op te voeden, zodat we ons staande zouden weten te houden in deze maatschappij. Er is echter iets waarmee ik worstel en dat is gehecht zijn. Op een of andere manier heb ik niet geleerd om een (fijne) zus te zijn. Ons gezin lijkt uit elkaar te vallen. Mijn moeder heeft tot haar laatste dag geprobeerd om ons bij elkaar te houden, maar blijkbaar is daar geen behoefte aan. 

Een van hen verwijt mij dat ik, als kind, veel fantasie had en dat ik leugens vertelde. Ik heb me daar schuldig over gevoeld. Door mijn opleiding weet ik nu dat kinderen een reden hebben als ze liegen/fantaseren over dingen die er niet zijn. Ik kan het van mezelf accepteren. Of hij/zij dit ook kan? Ik weet het niet.

Ik zie veel fijne gezinnen om me heen. Het lijkt zo anders als bij ons thuis. Ik kijk met afgunst naar de gezinnen waar broers en zussen echt van elkaar houden en de wereld voor elkaar over hebben en ik besef dan dat ik dat niet heb, maar ook niet ben.

Heel lang waren mijn verwachtingen naar elke broer of zus hoog gespannen. Ik wilde zo graag een relatie met hen, maar voelde me afgewezen. Mijn gedachten en gevoelens omtrent hen, maakte dat mijn energieleven uit balans raakte. Het kostte me meer dan dat ik terug kreeg. Ik besloot enkele jaren geleden om het te laten zijn voor wat het is en me te focussen op andere dingen die mij wel energie gaven. Het hielp, maar toch was er altijd een verlangen dat niet verzadigd kon worden. 

Op dit moment focus ik me op mijn eigen kinderen, mijn kleinkinderen en hen die wel mijn 'zus' (of broer) willen zijn. Vrienden voor het leven. De lege plek wordt gedeeltelijk opgevuld, de behoefte wordt gedeeltelijk bevredigd. Echter, ik blijf iets missen.

Dat is wat ik nu begrijp. Emoties vanwege de oprechte vriendschap, intense liefde die mijn zusje en ik delen, maar het is dezelfde brief die niet alleen nadruk legt op wat ik heb, maar ook op wat ik niet heb. Of misschien wel nooit heb gehad. Het legt de nadruk op wat ik beteken voor de ander, maar ook op het niets betekenen voor een ander. Ik heb nooit geleerd om zus te zijn, maar wat niet is, kan nog worden....  (of is het beter mijn verwachtingen bij te stellen?)

1 opmerking:

Jo Tummers zei

Een mooi en eerlijk artikel!