zondag 5 maart 2017

Burning bridges (brandende bruggen)



Uit onderzoeken is gebleken dat als je mensen op hun sterfbed vraagt waar ze meer tijd aan hadden willen besteden in hun leven, dan blijkt dat niet hun werk te zijn, maar ligt het antwoord vrijwel altijd in de trant van gezin en/of familie.

Nu mijn kinderen groot zijn en ik zie hoe zij zelf gezinnen stichten en zij op hun beurt proberen goede ouders te zijn, word ik mij meer en meer bewust van de rol die ik gespeeld heb of had kunnen spelen. Immers ook ik ben tekort geschoten en heb foute keuzen gemaakt. En aangezien keuzen ook gevolgen kennen, voel ik mij niet altijd op de plaats waar ik had willen zijn. 
Mijn verwachtingen zijn niet altijd uit gekomen, maar hey.... is dat niet 'het leven'? 

En laat ik eerlijk zijn. Als ik naar beide kinderen kijk, dan voel ik mij heel gezegend. Beide kinderen kunnen zich heel goed handhaven in deze maatschappij. Ik zie ouders die hoge normen en waarden hanteren en dit weer overdragen aan hun kinderen, mijn kleinkinderen. Ik ben trots op mijn nageslacht. Ik houd van ze... zelfs in wat je onvoorwaardelijk zou mogen noemen. 

Ik had nooit gedacht van mezelf dat ik zoveel liefde had. Na de geboorte van mijn zoon maakte ik me zorgen tijdens mijn tweede zwangerschap. Ik was bang dat ik nooit dezelfde liefde voor mijn tweede kindje zou kunnen hebben als voor mijn eerste kindje. Maar eenmaal de baby in mijn armen, ondervond ik, hoe groot moederliefde was. 

En wat schetste mijn verbazing toen mijn eerste kleinkind geboren werd. Vanaf het moment dat ik een kopie van haar papa zag liggen in die couveuse, leek het alsof mijn hart zich opende voor nog meer!

Inmiddels zijn er vijf kleinkinderen en ze zijn me allemaal even lief. Ieder kind heeft zijn/haar eigen persoonlijkheid waarover ik me verbaas en waardoor ik ieder van hen allemaal beter wil leren kennen. En ik kan je niet vertellen hoe rijk ik me voel. Vooral ook omdat elk kind (op de jongste na - ze is pas twee maanden oud) mij zoveel liefde terug geeft. Ik voel me geliefd door ieder van hen. 

Door deze jonge gezinnen dwalen mijn gedachten geregeld af naar het gezin waarin ik zelf ben opgegroeid. Ik ben dankbaar voor de normen en waarden die mijn ouders mij hebben meegegeven. Ik ben dankbaar voor wat ze voor mij gedaan hebben en wat ze mij mee gegeven hebben. Mooie dingen, net zo goed als mijn uitdagingen in het leven. Uiteindelijk ben ik de vrouw geworden die ik nu ben. 

Ik ben opgegroeid met twee broers, een oudere zus en een jongere zus. Na de dood van onze ouders is er nauwelijks tot geen sprake meer van contact. De wens van met name mijn moeder was dat we een zouden blijven, maar deze wens is niet in vervulling gegaan. Althans dat geldt voor mij. Ik weet niet of de andere familieleden wel contact hebben met elkaar.

Lange tijd heb ik geleefd met het idee 'het is wat het is'. Als er geen behoefte is aan contact (met mij), dan zal ik ermee moeten leven. Het is dat altijd pijnlijke gevoel van binnen dat mij iets anders vertelt. Ik mis hen. Misschien ben ik een te gevoelig mens, maar het voelt alsof ik een wees ben geworden. Een 'alleen op de wereld' -gevoel. Hoe vaak ik mezelf niet heb afgevraagd welke rol ik gespeeld heb, waardoor ik contact verloren ben. 

Ik ben 55 nu. Mijn oudste broer is 10 jaar ouder dan ik. Mijn jongste zus is ook de 50 gepasseerd. Ik ben me meer en meer bewust aan het worden van de eindigheid van het leven. Aan mijn vaders kant, een familie die uit 12 kinderen bestond, zijn er nog slechts twee die de geschiedenis van de familie kunnen vertellen.

Zoals het er nu uitziet, ben ik niet bang dat ik op mijn sterfbed zal zeggen: 'Had ik maar wat meer tijd doorgebracht met mijn kinderen/kleinkinderen'. Dat zit wel goed. Wat ik me afvraag is of ik niet zal zeggen: 'Had ik maar wat meer tijd door gebracht met de gezinnen van mijn eigen broers en zussen'. 

De vraag voor mij nu is: zijn alle schepen al verbrand? Zijn de bruggen al afgebroken? Wie zal het zeggen..